Hoofdstuk 9
De kamer was stil op het regelmatige gepiep na. Elke dag zat ik hier uren, hopend dat hij wakker zou worden, maar nog altijd was er niks veranderd. Stel dat hij nooit meer wakker zou worden? Moedeloos zakte ik in elkaar. Warme tranen liepen over mijn gezicht en druppelden op mijn jurk. Ik wilde hem niet verliezen. Ik kon niet zonder hem.
Ik kan het niet meer aan, en wil opstaan, maar dan hoor ik een krassig gefluister. Joey heeft zijn ogen een klein beetje geopend, en bij het zien van zijn bewustzijn gaat mijn hart tekeer. 'Joey?' fluister ik, en opnieuw stromen er tranen over mijn wangen, al is het deze keer van blijschap. 'Joey!' fluister ik, en ik loop snel naar hem toe.
'Joey, het komt allemaal goed!' zeg ik opgelucht tegen hem. Opnieuw heeft hij zijn ogen gesloten, maar ik zie dat hij nog bij bewustzijn is. Ik was zo blij dat ik moest glimlachen. Hij zou nog heel lang bij ons blijven, en we zouden samen van onze kinderen genieten, en ooit van onze kleinkinderen. We zouden onze huwelijksreis hebben, teruggaan naar Appaloosa Plains. Opeens kreeg ik allemaal mooie visioenen.
Zachtjes druk ik een kus op zijn bleke voorhoofd. 'We blijven voor altijd samen' mompel ik tegen hem, en liefdevol kijk ik hem aan. Dan stopt het regelmatige gepiep van het apparaat naast Joey's bed, en wordt het een langerekte piep. Verbaasd kijk ik naar Joey, en ik schud hem zachtjes door elkaar, maar hij geeft geen enkel teken van leven meer.